Het maakt veel verschil of archeologen alleen werken met materiĆ«le resten of ook kunnen werken met geschreven bronnen. Uit de tijd waarin er nog helemaal geen schrift bestond, zijn natuurlijk ook geen geschreven bronnen over. Die periode wordt prehistorie of voorgeschiedenis genoemd. De prehistorie duurde niet voor alle volken en gebieden even lang. In het Midden-Oosten en Egypte schreven de mensen omstreeks 3000 voor Christus al over zichzelf en anderen. De mensen in Nederland leerden pas schrijven na de komst van de Romeinen, omstreeks het begin van de jaartelling. Maar berichten over Nederlanders uit die tijd zijn zeldzaam en bijna altijd door de Romeinen opgeschreven. Ook uit de Vroege Middeleeuwen zijn niet veel geschreven bronnen uit Nederland over. De periode waarin er wel, maar nog heel weinig over en door de bevolking werd opgeschreven, wordt ‘protohistorie’ of ‘vroege geschiedenis’ genoemd.
Soms zijn verkleuringen in de bodem nog de enige aanwijzing voor vroegere bewoning. Hier zijn de sporen van waar ooit een boerderij stond aangekrast en met nummertjes aangegeven. (Foto: Jeroen van der Vliet)
Voor onze kennis van de prehistorie en de protohistorie zijn we bijna helemaal afhankelijk van de archeologie. Vanaf de Middeleeuwen werd er steeds meer opgeschreven over het land en de bevolking. Dan wordt de historie of geschiedenis steeds belangrijker dan de archeologie.
Toch houden archeologen zich ook nog bezig met historische perioden zoals de Middeleeuwen, de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Er zijn allerlei aspecten van het leven uit die tijd waarover geschreven bronnen niet veel of bijna niets vertellen, zoals bijvoorbeeld over schepen. Maar eigenlijk kun je ook naar latere perioden nog archeologisch onderzoek doen.
Archeologie en andere wetenschappen | Archeologie en de rest van de wereld | Archeologie in Nederland | Archeologisch denken | Datering | Opgraven | Perioden | Prehistorie en historie