Tussen 270 en 400 kwam er een einde aan het Romeinse bestuur van Zuid-Nederland. Er brak een periode aan die de Volksverhuizingstijd wordt genoemd. De periode tussen 500 en 1000 wordt de ‘Vroege Middeleeuwen‘ genoemd. Over Nederland is in die tijd maar heel weinig geschreven, zodat archeologische vondsten belangrijk zijn voor onze kennis.
Tekening: Kevin Wilson
Toen het Romeinse leger het land verliet, trokken ook de meeste bewoners van steden, dorpen en villa’s weg. Hele streken raakten bijna onbewoond. Grote groepen mensen reisden door het land, op zoek naar een nieuwe plaats om te wonen. Germaanse stammen uit Oost-Nederland, die de Romeinen de Franci noemden, trokken bijvoorbeeld naar België en Frankrijk. De Friezen trokken voor een deel weg en er kwamen ‘nieuwe Friezen’ uit Duitsland voor in de plaats.