De eerste vier eeuwen na Christus hoorde het zuiden van Nederland bij het Romeinse Rijk en werd het noordelijk deel sterk door de Romeinen beïnvloed. Veel inwoners leefden net zoals in de IJzertijd, maar voor anderen veranderde er veel, vooral ten zuiden van de Rijn. Door archeologische vondsten en historische bronnen is er veel over deze periode bekend.
Waarschijnlijk verscheen er al een Romeins leger in Nederland omstreeks 55 voor Christus onder leiding van Julius Caesar. Omstreeks 15 voor Christus kwamen hier opnieuw Romeinse troepen, om van hieruit oorlog te voeren tegen de Germanen. Ditmaal werd binnen een paar jaar tijd het hele Nederlandse gebied bezet. In 47 na Christus verlieten de Romeinen het gebied ten noorden van de Rijn. De Rijn werd in 47 de grens. Vanaf dat moment was het zuiden van Nederland onderdeel van het grote Romeinse Rijk. Een rij van forten, castella, langs de Rijn bewaakte de grens of limes.
Tekening: Kevin Wilson
Er kwam een Romeins bestuur en er werden kleine steden gesticht bij Nijmegen en Voorburg. Er werden wegen aangelegd, bruggen gebouwd en grote hereboerderijen, villa’s, gebouwd. De bewoners, Bataven, Cananefaten en andere stammen, gebruikten Romeinse producten, betaalden met Romeins geld, leverden zelf goederen aan de Romeinen en namen dienst in het Romeinse leger.
Bijna drie eeuwen lang heerste er rust en vrede binnen de grenzen van het omvangrijke Romeinse Rijk. Omstreeks 270 maakten Germaanse invallen echter een einde aan deze ‘Romeinse vrede’. Steden, villa’s en forten werden verlaten. Maar het duurde tot ongeveer 400 voordat het Romeinse leger voorgoed uit Nederland vertrok.